‘Joehoe, het gaat hier zo regenen, net op het moment dat wij weggaan,’ tetter ik net iets te blij als ik de weersvoorspelling van Groesbeek zie. Dat de kans dan vrij groot is dat het later ook in Kootwijk regent, negeer ik even. Als echte camperaar leef ik in het moment. Dat is ook het moment van inpakken. Weer ervaren we het belang van een vaste plek voor alle spullen. Dat zoekt niet alleen makkelijker, het ruimt ook nog eens makkelijker op. Omdat we al vanaf 5.30 wakker zijn en niet veel geslapen hebben, kunnen we dat wel gebruiken.
Blij verrast constateren we dan ook dat de hele ontmanteling van de camper, inclusief standplaats, maar een klein half uurtje duurt. De eerste spetters vallen dan inderdaad, dus vol goede moed hijsen we de kinderen in hun stoeltjes en huppen zelf de cabine in. Als een soort stoomboot (dat is wel een nadeel bij zo’n oude diesel) en met veel excuusgedachtes voor het milieu, verlaten we de camping. Het hobbelt heerlijk tijdens het rijden. Lune en Jinte vallen dan ook snel in slaap en omdat we toch de tijd en de regen aan onszelf hebben, kiezen we vooral binnendoorweggetjes naar Kootwijk.
Op een niet te vermijden stukje snelweg wordt er echter druk naar ons gebaard door een mede-weggebruiker. Wat doen we verkeerd? Bij de eerstvolgende benzinepomp blijkt de paniek van de seinmevrouw niet over ons te gaan, maar over ons dakraam. Dat staat nog open. En het regent dus. Tja… beginnerspech. Fijn dat er oplettende en behulpzame weggebruikers zijn. Helaas is het hiermee nog niet gedaan met de regen. Ook bij de boswachter in Kootwijk regent het. Als ik iets wil pakken uit een kastje aan de achterkant van de camper, zie ik dat het niet alleen buiten regent, maar ook binnen. Aan het raam kan het niet liggen, want dat hadden we natuurlijk wel dichtgedaan. We zijn beginners, geen oelewappers. Waarschijnlijk toch iets met het dak. Voor nu een kwestie van lakens laten drogen voor het elektrische kacheltje, de camper schuin zetten zodat het water van het dak loopt en dankbaar zijn dat dit niet onze camper is. In werkelijkheid voelden we ons een stuk minder luchtig, maar als we een flinke tijd later gezellig binnen, droog en warm aan een bord eten zitten, vergeten we het maar gauw weer. We noemen het een spetterend begin van dit deel van de reis. Nu kan het alleen maar beter worden. En zo geschiede! Ik ervaar de zonsopkomst bij de zandverstuiving in de buurt, we zien het mooie radio Kootwijk, verdwalen met onze fietsen op een zandvlakte en genieten daarna extra van zelfgebakken pannenkoeken in de zon. Het leven met een camper is zo gek nog niet.