‘Wil je eigenlijk ook naar Venetië?’ Met een half oor hoor ik de vraag van Willem Jan, thuis in de keuken in Zwolle. Ik voel niet meteen enthousiasme. Ergens geloof ik dat water en de massa’s toeristen wel.
Nu worden we wakker op onze verlaten camping in de Dolomieten. De regen is weggetrokken en het zonnetje laat de bergen dampen. Het is een prachtig gezicht. We hoeven dus niet perse weg. Beetje wandelen (lees slenteren en vanuit peuterogen elke steen, elk blaadje en elk bloemetje bekijken. Tip: als je echt wil wandelen doe iets met stevige draagzakken en oefen daar vooraf mee om te trainen met het gewicht), koffietje en dan toch maar gaan. De wolken pakken samen en er is onweer voorspeld. Volgende stop: Venetië. Waar het plan ontstaan is? Geen idee. Zo loopt het tot nu toe. We worden geleid.
Via wederom een mooie rit door het staartje van de Dolomieten komen we aan op een camping (Venice Village) in het midden van een industrieterrein, net buiten de toeristische trekpleister. Beetje gekke entree, maar eenmaal binnen is er niks meer van te merken. Deze camping is gebouwd, speciaal voor ons soort mensen die de toerist gaan uithangen. Het is er nu nog niet zo druk (ok de camping staat best vol, maar achteraf is nog een verlaten veldje en daar hebben we neus voor), dus we staan op een mooi plekje onder de bomen. Dat is fijn, want van de bevroren meren zijn we in de mediterrane sferen terecht gekomen. Een beetje schaduw is welkom!
De volgende dag is het zo ver: op pad! Voor een keer is het een voordeel dat Jinte al om 6.00 wakker is. Laat bijna, als je bedenkt dat de eerste bus al om 4.00 vertrekt. Die bus doet er tien minuten over. Volgeladen. Bedekt met mondkapjes overleven we de tocht en dan staan we in Venetië. Ik moet toegeven, het is er heel bijzonder! Het toeristenaantal valt in het voorseizoen nog mee en we bezoeken ook de afgelegen wijkjes. Via de vapporetti (waterbus) zien we nog meer. Kleine doorkijkjes, mooie bruggen; het is indrukwekkend. Lune en Jinte zijn geboren mini-toeristen. Ze zwaaien vanuit de boot en laten zich braaf vervoeren naar het drukke St. Marco plein. Lune in de buggy (dat wordt afgeraden, maar gaat nu nog prima) en Jinte in de draagdoek. Met ijs en speeltuin in het vooruitzicht is het ook goed te doen. We lunchen zelfs op een terras; ze kijken hun ogen uit. Wij genieten even als vanouds van dit vakantiegevoel. Als echte toeristen. Het is maar goed dat ik dat gevoel in de keuken gewoon in Zwolle heb gelaten.